Het energieverbruik van een warmtepomp wordt beïnvloed door een aantal factoren waar u rekening mee moet houden voordat u een warmtepomp aanschaft:
Type warmtepomp: Lucht/water-warmtepompen zijn over het algemeen minder efficiënt dan bodemwarmtepompen of pekel/water-warmtepompen.
Warmtepompvermogen: Een grotere warmtepomp heeft meer elektriciteit nodig om dezelfde hoeveelheid warmte te genereren.
Jaarlijkse prestatiecoëfficiënt (COP): De seizoensprestatie factor is een maatstaf voor het rendement van een warmtepomp. Een hogere seizoensprestatiefactor betekent dat de warmtepomp meer warmte genereert dan elektriciteit verbruikt.
Warmtebehoefte van het gebouw: Een gebouw met een hoge warmtebehoefte heeft een grotere warmtepomp nodig en verbruikt daardoor meer elektriciteit.
Buitentemperatuur: De buitentemperatuur heeft een grote invloed op het energieverbruik van een warmtepomp. Bij lage buitentemperaturen moet de warmtepomp meer elektriciteit verbruiken om dezelfde hoeveelheid warmte te genereren.
Aanvoertemperatuur: De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het water dat door de radiatoren of vloerverwarming stroomt. Een lagere aanvoertemperatuur resulteert in een lager energieverbruik van de warmtepomp.
Het isoleren van het gebouw: Een goed geïsoleerd gebouw heeft minder warmte nodig en verbruikt dus minder elektriciteit.
Bedrijfsmodus warmtepomp: Een warmtepomp moet zo worden ingesteld dat deze zo efficiënt mogelijk werkt. Daarbij moet er onder meer op worden gelet dat de aanvoertemperatuur niet te hoog wordt ingesteld en dat de warmtepomp niet te vaak wordt in- en uitgeschakeld.